The Day After
En dan ben ik er ineens. Maandenlang heb ik nagedacht over hoe deze nogal overdreven tocht zou verlopen. Helemaal op twee wielen naar bijna het puntje van Portugal fietsen. Vorig jaar vroeg mijn broer Frank om mee te gaan. Hij wilde van zijn woonplaats Boxtel naar zijn tweede woonplaats Ourique fietsen. Vertrek eind maart. Ik heb geaarzeld, maar toegezegd. Mijn andere broer haakte af. Hij vond het te ver en is niet zo'n fietser.
En dan zit ik de dag na de aankomst (na ruim 2700 km in vier weken) in het huis van mijn broer. Een pareltje met veel grond en olijven, bloemen en allerlei planten. Er is een woonhuis met twee gastenverblijven. Ik krijg een zo'n verblijf, zus en soigneur Carla het andere. En morgen voegt mijn man Tim zich bij mij. Hij heeft meivakantie en helpt me bij het afkicken van de zware inspanning. Ik haal hem op in Lissabon.
En moe voel ik me. De tocht is voorbij, het hoeft niet meer. Het ritme van elke dag 100 kilometer of meer fietsen stokt ineens. Mentaal breekt de vermoeidheid door en wat heb ik steeds trek in dingen. Alsof ik ben uitgehongerd, wat niet zo is. Ik ben wel wat afgevallen, misschien twee of drie kilogram, veel is het niet. Een beetje hetzelfde als na mijn fietstocht naar de Noordkaap. Ook toen maakte een enorme vermoeidheid van me meester.
Ik doe wel iets op de eerste dag erna. Ik help Frank met het in elkaar zetten van zijn tractor met een klepelmaaier. Die machine hakt de planten fijn met ronddraaiende klepels. Frank loopt als een trotse eigenaar over zijn land en bekijkt wat er sinds zijn vertrek in februari is gegroeid. "Ach, alles was schoon toen ik weg ging. Kijk wat er is teruggekomen aan ondergroei." "Die moet allemaal voor 1 mei weg vanwege brandgevaar", vult Franks vrouw en tweede soigneur Leny aan. Ook zij verbaast zich over alle nieuwe aanplant die het goed doet.
En er is tijd voor een korte wandeling naar Ourique. Frank
en Leny wonen ongeveer anderhalve kilometer buiten het dorp. We wandelen terug naar de kiosk waar gisteren de inhaal was. En tijdens de vervolgwandeling
lopen we zowaar de burgemeester tegen het lijf, die een praatje begint. Hij
heeft rode anjers in zijn hand, want het is vandaag vijftig jaar geleden dat
het militair bewind werd verjaagd tijdens de vreedzame Anjerrevolutie. Hij
hoort het fietsverhaal met ongeloof aan en geeft ons een bloem.
's Avonds halen we de tocht en de laatste dag nog even voor de geest. Ik bespeur bij Frank duidelijk enthousiasme als we Ourique binnen fietsen. Een foto bij het plaatsnaam-bordje. "Daar is de dierenarts, daar is de kapper", wijst hij dingen aan. Ik zie en kijk en vind het bijzonder.
Waarom eigenlijk die reis? Een antwoord op zijn Franks: "Gewoon leuk om het te doen. Ik ben blij dat je bent meegegaan. Alleen was ik er waarschijnlijk niet aan begonnen en zo ja, dan had ik er veel langer over gedaan. Mogelijk zou ik zijn gestopt", vertelt hij, net als ik moe op de dag na de finish. "Het was zwaarder dan mijn tocht naar Portugal zeven jaar geleden." Hij valt even in slaap bij de uitzending van zijn ploeg PSV die kampioen kan worden. "ik was onderweg vooral bezorgd over mijn achillespees die opspeelde na een dag of tien. Dat is goed afgelopen. Ik heb niet aan opgeven gedacht."
Ik heb ook niet echt gedacht aan opgeven, hoewel de eerste tien dagen met wind en regen niet gemakkelijk zijn. Dat moet niet veel langer duren, ging het door mijn hoofd. Dat klopt uiteraard, want wind gaat altijd liggen, je weet alleen niet wanneer. Boven fiets je met zijn tweeën gemakkelijker door.
De mooiste dagtocht vindt Frank de rit door de Pyreneeën. Ik sluit me daar helemaal bij aan. Het is een symbolische rit, pakweg halverwege door schitterende bergen met sneeuw aan de rand van de weg naar het dak van deze fietsonderneming. Ook de tocht langs het stuwmeer van de Taag scoort hoog bij hem. Voor mij is dat de aanloop naar de Pyreneeën omdat de muur van bergen steeds dichterbij kruipt. En de tocht door Spanje in het algemeen met dank aan landschap, wind en zon.
En de soigneurs Carla en Leny? Carla: "Ook voor mij was het een bijzondere tocht om zo met twee broers en schoonzus zo lang een moeilijke tocht te ondernemen. Deze ervaring zou ik niet willen missen. En het ging heel goed met Leny samen in de auto." Ook Leny kijkt tevreden terug. Het hoogtepunt voor haar was de aankomst bij de kiosk in Ourique. "Dan ben ik zo blij dat alles zonder echte kleerscheuren is verlopen. Dieptepunt. Ik weet het niet. Er waren wel wat problemen onderweg, die we allemaal goed hebben opgelost."
Nog onderling gedoe gehad tijdens het fietsen? Nee, want het ging verrassend soepel. Frank klaagt werkelijk nooit. Hij gaat op zijn eigen tempo naar boven en is dan altijd monter en bereid om meteen weer door te gaan. Bij een navigatiefoutje, kan gebeuren, geen gemopper, ook al zitten er al heel wat kilometers in de benen. Ik zou maar met weinig mensen, denk ik, een dergelijk tocht ondernemen. Maar met een broer, iemand die je je hele leven al kent, gaat dat vanzelfsprekend. Dat heeft me verbaasd. Toch dezelfde inborst, een beetje dat onverzettelijke: als je eraan begint, dan maak je het ook af. En dat is gebeurd. Nu rust.