Grens

23-04-2024

Als kind vond ik het fascinerend om de grens over te gaan. Met mijn ouders in de auto op vakantie of tegenwoordig als ik van het ene naar het andere land (of provincie) fiets. Vandaag ga ik over een grens die ik niet zo vaak ben gepasseerd: die tussen Spanje en Portugal. Hoe zal die eruit zien?

De Spanjaarden communiceren een boel als je hun land binnen rijdt. Ze heten je welkom, vertellen in welke autonome regio je bent, en in welke provincie. En hoe hard je mag. En uiteraard het bekende blauwe bord met twaalf sterren en daarin de naam van het land. Maar goed, Spanje is EU-kampioen bordenzetter langs de weg.
Portugal is veel soberder, behalve het twaalf- sterren-bord is er alleen informatie over de maximumsnelheid. Niet dat ik mijn horloge een uur moet terugzetten, want Portugal ligt in een andere tijdszone. Niet Bem vindo a Portugal of zoiets. Geld op of zo?


De grens is hier een ogenschijnlijk willekeurig getrokken streep. Er staan daarom betonnen grenspalen om alles goed af te bakenen, de Spaanse paal is leuk versierd met het wapen van het land, Portugal sober. Ach grenzen, ze zijn vaak aanleiding voor een hoop gezeur tot bloederige oorlogen, bedenk ik me als ik hier fiets. Oekraïne en gedoe over Taiwan, ga maar door. 

Wat zou het makkelijk zijn als er geen grenzen zouden liggen, mijmer ik naïef, en ieder er het beste van maakt. Zelfs in dit vreedzame stukje Europa is gedoe. Portugal claimt de Spaanse gemeente Olivenza (pleisterplaats van de afgelopen nacht, heel leuk). Dat dorpje hebben de Spanjaarden in 1801 op Portugal veroverd en nooit teruggeven. Gelukkig geen tanks gezien.

Er verandert best een boel in Portugal. In Spanje stelen de kurkeiken de show, in Portugal zie ik heel veel olijven. Het asfalt is beter in Portugal. Maar ze houden het mooie wegdek maar een paar kilometer vol. En ineens is het Portugees dat de klok slaat. Frank spreekt die taal een beetje, ik niet dus ik brabbel wat Italiaans/Spaans en laat het echte werk aan Frank over.

Ik rijd door de Portugese provincie Alentejo, een leeg en dunbevolkt gebied. Het is vooral landbouw met olijven en druiven, dat de klok staat. Vroeger was er ook veel graan. De landbouwbedrijven zijn enorm, want er zijn nauwelijks boerderijen. Ik fiets relaxed hier, omdat de wegen mogelijk nog rustiger zijn dan in Spanje. En met wind mee is alles gemakkelijk.

Frank laat niets van zijn emoties blijken als hij de grens passeert. Heeft hij die? Zijn tweede huis staat immers in de Alentejo. Is Portugal nu zijn tweede vaderland? "Nee", klinkt het beslist, "Ik heb maar één vader en dus één vaderland en dat is Nederland." En daar laat hij het bij.

Onder de indruk zijn we beiden van het enorme stuwmeer waar we langsrijden en soms zelfs over. Het is het grootste van Europa met cijfers die doen duizelen. Het Alqueva-meer is relatief nieuw. In 2002 aangelegd en pas in 2010 vol. Zoals altijd is er kritiek op dit soort megaprojecten, vooruit een getal het meer is 250 vierkante kilometer groot. Mensen moeten verhuizen, dieren verliezen hun leefgebieden en ga maar door. Er is een museum dat over de verhuizing van het dorpje Luz vertelt.

Het meer levert de streek ook wat op, zoals stroom, irrigatie- en drinkwater. En om het milieu nog verder te helpen, drijven er zonneparken in het meer, lees ik. Zien ik de panelen niet. Het geheel maakt op passanten zoals wij toch veel indruk. Overal water in een gebied dat er verder nogal droog uitziet. En leuke witte dorpjes onderweg met straatjes van kinderkopjes en leuke terrasjes. Een fietstocht van wereldklasse.

Vandaag 106 km. Morgen de slotetappe. Ourique


Marc en Frank,  Amsterdam en Boxtel
Alle rechten voorbehouden 2024
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin