Bloeiende kastanje
Fietsen in de lente is leuk, want in die periode ontluikt de natuur. Vooral bloeiende bomen kunnen me ontzettend bekoren. Prachtig dat die houten gevaartes vol moet kleurige frutsels zitten, veel mooier dan in de zomer als ze vol in het blad staan. En wie in de lente naar het zuiden fietst, ziet het ontluiken van de natuur in een versneld tempo aan zich voorbij trekken.

Mijn lentehoogtepunt is de kastanje. Als die boom zich op zijn fraaist vertoont dan is dat voor mij het bewijs dat de voorjaar definitief is begonnen. De koude ligt achter ons. In Nederland bloeit de witte paardenkastanje, met de opstaande bloemen van wel 30 centimeter lang, meestal zo begin mei; ruim 1100 kilometer zuidelijker moet dat eerder zijn. Inderdaad. Vandaag voor het eerst oog-in-oog met een bloeiende kastanje. En dat al op 10 april.
Nu was in Nederland de natuur ook ongewoon vroeg. Maart was een extreem zachte maand. Toen ik wegging op vrijdag 29 maart bloeide er al een boel. De magnolia in de binnentuin was haar bloemen al kwijt toen ik vertrok. Verder bloeiden er de nodige bomen en struiken, zoals de meidoorn. De iep op straat had ook al bloemetjes. Veel struiken herken ik trouwens niet, dus namen moet je me niet vragen.

De hele fietstocht vergaap ik me aan de lentenatuur. Meestal fiets je grote tochten als de bomen vol in het blad staan. Nu hebben veel bomen, zeker in het noorden, nog geen blad. In het zuiden al wat meer. En omdat het groen van het blad veelal ontbreekt, valt het bloeien des te meer op. En lang fietsen als de bomen nog in wintertooi zijn, heeft ook wel wat. Het oogt koud, maar dat is het niet altijd.
Het meest dat opvalt zijn al die bomen en struiken die in alle kleuren om aandacht schreeuwen. maar kastanjes had ik nog niet gezien. In Nederland waren ze nog niet in het blad toen ik vertrok, hier zag ik gisteren de eerste bomen al zover. En vandaag is het raak. We zijn net de Garonne overgestoken in het departement Tarn en Garonne, de laatste grote oost-west stromende rivier in Frankrijk die we nemen op weg naar de Pyreneeën. Nog niet uitbundig, maar toch. Vreugdekriebels maken zich van me meester.

En dan was er op deze dag nog zoveel meer te zien. Cahors, de parel van de Lot met een schitterende toegangspoort over de rivier de Lot, de Pont Valentré uit de veertiende eeuw. Een fietsers-voetgangersbrug. Je mag eroverheen. Er liggen ook wat spoorviaducten van de lijn tussen Toulouse en Parijs. Allemaal even mooi. Even verderop: het kanaal langs de Tarn met een werkelijk schitterend fietspad, te veel om op te noemen. Niet om daar op vakantie te gaan, maar geweldig om doorheen te fietsen.
Vandaag weer iets van 120 km. Bijna bij de Pyreneeën.
