100 kilometer op 1000 meter
Lange stukken fietsen op ongeveer zeeniveau kan overal in de wereld. Niet eerder trap ik een behoorlijk lange route op een hoogvlakte van rond de duizend meter. Soms even afzakken naar 850 en zo hier en daar een topje van 1100. Het kan allemaal in Noordwest-Spanje: het land van veel bergen en veel hoogvlaktes. Behalve hoog is de tocht ook zonnig. Geen wolkje te bekennen, zo strakblauw is het nog niet geweest.

Het lijkt vlak, maar dat is het dus niet. Overal zijn kleine bultjes en kommetjes. Het is vriendelijk en ruig. Op de hogere stukjes groeien struiken van jeneverbessen die niet zo opvallend bloeien. Op de bodem groeien gele gaspeldoorns en paarse salie-achtige struiken. Ook staan er veel steeneiken. Heel eenzaam, zoals alles hier eenzaam is. Zak je wat af dan verschijnen er weer akkers met veelal graan, waarvan ik me afvraag wie zaait en wie oogst. Geen boerderij te verkennen. Wonderlijke streek hier.

En dan die blauwe lucht, zelden zo lang zo hoog gereden, zelden zo'n strak blauwe lucht gezien. 's Morgens vroeg, fris brr, is het al blauw. In de middag komen er alleen wat leuke plukjes wolken het blauw extra kleur geven. De bergen ten noordwesten van de hoofdstad doemen al op. Er ligt nog sneeuw op dat mooi afsteekt tegen dat blauw.

De te volgen oute is een voortdurend punt van aandacht. Gelukkig
vinden we het beiden geen probleem om op de wat meer doorgaande wegen te
rijden, mits niet te druk. Zo lonkt de nationale route 110 naar ons. De leidt
redelijk recht op het doel af. We doen een klein stukje op weg naar de pleisterplaats van vandaag. Gelukkig erg rustig. Soms tien minuten geen enkele auto. Onbegrijpelijk
dat deze weg is aangelegd. Waarschijnlijk wordt deze weg de komende dagen onze
vriend. We gaan het morgen op weg naar Segovia verder bekijken.
Vandaag ruim 100 kilometer. Bijna de 2000 aangetikt.